14 maart 2023

Het succesvol besturen van een familiebedrijf als externe CEO vraagt specifieke competenties.

In een artikel in het NRC Handelsblad geeft Dirk Harm Eijssen inzicht in deze competenties. Hij vergelijkt daarbij het familiebedrijf met een teddybeer als onderdeel van de identiteit van de familie: “De familie geeft je die beer niet zomaar in handen. Want als je aan het bedrijf zit, zit je aan de familie”. Het verkrijgen van vertrouwen is belangrijker dan het stellen van korte termijn daden.

Onderstaand de passage van Dirk-Harm Eijssen uit het artikel van het NRC. Het volledige artikel is terug te lezen via de volgende link.

Er zijn dus genoeg situaties waarin een externe bestuurder juist de beste keuze is, zegt Dirk Harm Eijssen, medeoprichter van Gwynt, een adviesbureau voor familiebedrijven. Iemand van buitenaf brengt nieuwe kennis met zich mee, een frisse blik, en kan een organisatie professioneler maken. Vooral dat laatste vinden families zelf vaak lastig, merkt Eijssen. „Maar het is wel nodig om mee te kunnen met de markt.”

De keuze voor een externe bestuurder vraagt zowel iets van de nieuwe topman als van de familie, weet Eijssen. Het gevaar bestaat dat familieleden, en vooral de oud-bestuurder, moeilijk afstand kunnen nemen. „Wij zeggen dan altijd: ga drie maanden op een cruise. Geef de nieuwe directeur een kans. Soms vraagt zo’n verandering om flinke tegenkrachten. Kan een sterke raad van commissarissen zijn, maar ook familieleden die de oud-bestuurder aanspreken.”

Andersom moet een bestuurder van buitenaf zich realiseren door welke emoties en historie hij omgeven is, zegt Eijssen. „Als je een – ook ogenschijnlijk eenvoudig – besluit neemt, bespreek dat vooraf met de oud-bestuurder. Dus niet denken: ik kan geld besparen, ik gooi er even een dure leverancier uit. Misschien is dat wel een goede bekende, waar de familie al jarenlang zaken mee doet. Zakelijk kan zoiets een goede keuze zijn, maar emotioneel is het niet slim.”

Het helpt als een externe topman geen heel groot ego heeft, zegt Eijssen. „Natuurlijk moet je helder en duidelijk zijn, maar een persoonlijke agenda en bewijsdrang past erg slecht bij familiebedrijven. Je moet jezelf ten dienste stellen van volgende generaties.”

Eijssen vergelijkt een familiebedrijf altijd met een teddybeer. „De familie geeft je die beer niet zomaar in handen. Want als je aan het bedrijf zit, zit je aan de familie. De eerste tijd als topman gaat het helemaal niet om grote daden. Je moet het vertrouwen winnen, zodat de familie je die beer durft te geven. Dat is het allerbelangrijkste om succesvol te zijn.”

Deel Dit Verhaal, Kies Je Platform!